Verschenen in
Wetenschappen & waarheid
Sinds de breuk tussen wetenschap en religie worden wetenschappen hoog in het vaandel gedragen door iedereen die belang hecht aan objectiviteit. Vooral in de medische wereld wordt niets aangenomen zonder wetenschappelijke bewijzen. Maar hoe objectief is de wetenschappelijke benadering eigenlijk? Staat ze werkelijk boven geloof, emoties, gevoel en intuïtie of wordt ze er meer door bepaald dan de meeste wetenschappers willen toegeven?
Ik heb altijd van wetenschappen gehouden. Al op jonge leeftijd wilde ik weten hoe alles in elkaar zat, hoe iets werkte, waarom de dingen waren zoals ze waren. Ik zocht voor alles een wetenschappelijke verklaring, ook voor emoties, dromen, paranormale verschijnselen en leven na de dood. Dat doe ik nog steeds, want het is enorm boeiend dingen te ontrafelen en steeds een stapje dichter bij de ‘waarheid’ te komen. Wetenschappen doen geen afbreuk aan emoties, dromen of liefde. Ze zijn gewoon één manier om naar de werkelijkheid te kijken. Een heel beperkte manier, dat wel, maar niettemin een interessante manier. Alleen is het geen zuiver objectieve manier, zoals men vaak aanneemt.
Het doel van de wetenschappen is een objectieve meting of vaststelling doen, los van geloof, bijgeloof, vooroordelen en emoties. Maar hoe kan dat bereikt worden als het belangrijkste instrument van de wetenschappen - zijnde de wetenschapper - zelf onderhevig is aan al deze subjectieve factoren? Het antwoord is eenvoudig: dat kan niet. Hoe rotsvast de wetenschapper ook overtuigd is van zijn objectieve werkwijze, er zal altijd een subjectief element insluipen.
Intuïtie is bijvoorbeeld één van de beste eigenschappen voor het doen van een ontdekking. Een wetenschapper moet op het idee komen om iets te onderzoeken, hij moet de juiste vragen stellen, de juiste methoden gebruiken, enz. Doe hij dat niet, dan blijft de ontdekking uit, of doet hij een heel andere ontdekking. Er wordt met andere woorden een andere kant van de waarheid belicht.
Geloof, overtuiging en ideologie - die doorgaans als de tegenpool van de wetenschappen beschouwd worden - kunnen niet losgekoppeld worden van wetenschappelijk onderzoek. Een wetenschapper zal nooit iets onderzoeken waar hij op voorhand al geen geloof aan hecht. En als hij het toch doet, zal hij het doen met de intentie om het te weerleggen en dan is de kans enorm groot dat het ook weerlegd zal worden, want hij zal het onderzoek - al dan niet bewust - zodanig opstellen dat datgene waar hij van overtuigd is de uitkomst zal zijn. Dat is de reden waarom nieuwe ontdekkingen in de wetenschappen vaak gewoon genegeerd worden of tientallen jaren moeten opboksen tegen de gevestigde waarden. Als de meerderheid van de wetenschappers overtuigd is dat het niet mogelijk is, dan zal het nooit voor waarheid aangenomen worden.
Wetenschappers zijn ook maar mensen. Hun wereldbeeld wordt net als dat van iedereen bepaald door hun overtuigingen en hun geloof. Grote wetenschappelijke ontdekkingen en doorbraken zijn niet mogelijk zonder intuïtie en gevoel. Dat maakt de wetenschap niet minder boeiend. En objectiviteit is trouwens geen vereiste om de waarheid te achterhalen. De waarheid die we zien is gewoon een beeld van de werkelijkheid zoals we dat vormen met onze kennis en inzicht op een bepaald moment, gekleurd door onze overtuigingen, ervaringen en emoties - en beperkt door de begrensde mogelijkheden van onze zintuigen. Dat maakt de zoektocht naar de waarheid - jouw waarheid - niet minder mooi.
Wetenschappen en waarheid zijn twee verschillende dingen. Helaas is dat het meest duidelijk in de medische wetenschappen. Daar worden de onderzoeksresultaten niet alleen beïnvloed door intuïtie, geloof en overtuiging, maar ook door commerciële belangen. Dat is de échte schaduwkant van de wetenschap.
Het is goed om op zoek te gaan naar de waarheid, maar hecht daarbij meer belang aan je gezond verstand dan aan wetenschappelijke ‘bewijzen’. Meestal kom je daar veel verder mee.
“Een belangrijke wetenschappelijke innovatie
wordt zelden aangenomen
en al helemaal niet door haar tegenstanders.
In feite is het zo dat de tegenstanders één voor één sterven,
terwijl de volgende generatie van begin af aan
vertrouwd is met het idee”
Max Planck - The Philosophy of Physics