Verschenen in
Aardappelen, eieren & koffiebonen
Er was eens een dochter die tegen haar vader klaagde dat haar leven zo ellendig was en dat ze niet wist hoe ze iets van haar leven moest maken. Ze was het beu om altijd maar te vechten en te strijden. Het leek wel alsof er, zodra een probleem was opgelost, een ander probleem al snel de kop opstak.
Haar vader, die een chef-kok was, nam haar mee naar de keuken. Hij vulde drie kookpotten met water en zette elke pot op een hoog vuur. Zodra het water in de drie potten begon te koken, deed hij aardappelen in de eerste pot, eieren in de tweede en gemalen koffiebonen in de derde.
Hij ging zitten en liet de inhoud van drie potten rustig pruttelen. Ondertussen sprak hij geen woord.
De dochter zuchtte en kreunde en wachtte vol ongeduld, zich afvragend wat de bedoeling hiervan was.
Na twintig minuten doofde hij de vuren. Hij nam de aardappelen uit de eerste pot en deed ze in een kom. Hij haalde de eieren uit de tweede pot en legde ze op een schaal. Daarna schepte hij de koffie uit de derde kom en goot hem in een kop.
Toen keerde hij zich naar zijn dochter en vroeg haar: ‘Dochter, wat zie je?’.
‘Aardappelen, eieren en koffie’, antwoordde ze meteen.
‘Kijk aandachtiger’, zei hij ‘en voel aan de aardappelen’. Ze voelde aan de aardappelen en merkte op dat ze zacht waren.
Toen vroeg hij haar om een ei te nemen en het te breken. Ze brak de schaal, pelde het ei en zag dat het hardgekookt was.
Ten slotte vroeg hij haar om van de koffie te drinken. Het rijke aroma bracht een glimlach op haar gezicht.
‘Maar vader, wat betekent dit allemaal?’, vroeg ze.
Hij legde uit dat de aardappelen, de eieren en de koffiebonen allemaal met hetzelfde probleem geconfronteerd werden: het kokende water.
Elk van de drie reageerde echter anders.
De aardappel ging sterk, hard en onbuigzaam in de pot, maar door het kokende water werd hij zacht en week.
Het ei was broos en breekbaar, met slechts een dunne schaal om zijn vloeibare binnenkant te beschermen, maar door het kokende water werd het hard.
Maar de koffiebonen waren uniek. Toen ze aan het kokende water werden blootgesteld, veranderden ze het water in iets anders, ze creëerden iets nieuws.
‘Welke van de drie ben jij?’ vroeg de vader aan zijn dochter. ‘Wanneer een probleem zich aandient, hoe reageer jij daarop? Ben je een aardappel, een ei of een koffieboon?’
In het leven gebeuren dingen rondom ons, gebeuren dingen met ons. Maar het enige dat er werkelijk toe doet is wat er binnenin ons gebeurt.
Wie van de drie ben jij?