Verschenen in
Humaan papillomavirus & baarmoederhalskanker
Wat is het verband?
Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich uit abnormale cellen in de baarmoederhals - cervicale dysplasie of cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN). Hoewel CIN heel veel voorkomt, krijgen de meeste vrouwen met deze goedaardige woekeringen geen baarmoederhalskanker.
Cervicale dysplasie wordt gelinkt aan infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Sinds enkele jaren worden daarom campagnes gevoerd om meisjes rond de leeftijd van twaalf jaar (voor ze seksueel actief zijn) te vaccineren met het HPV-vaccin. In verschillende landen raadt men aan om ook jongens te vaccineren. Het HPV-vaccin zou op basis van hypothetische modellen 70% van de baarmoederhalskankers voorkomen. Dat is echter nooit aangetoond. Baarmoederhalskanker ontwikkelt zich heel traag. Het duurt twintig tot dertig jaar voor milde cervicale dysplasie zich ontwikkelt tot kanker. Slechts een fractie van HPV-infecties leidt tot baarmoederhalskanker. Er zijn veel andere, belangrijkere factoren dan HPV die bijdragen aan baarmoederhalskanker en die niet door het vaccin beïnvloed worden. Bovendien is het HPV-vaccin gelinkt aan ernstige neurologische complicaties die moeilijker te behandelen zijn dan een HPV-infectie.
De preventie en behandeling van baarmoederhalskanker en een update over HPV-vaccinatie komen uitgebreider aan bod in het themanummer PlaceboNocebo 60.
Je kan dit artikel enkel lezen als je het tijdschrift aankoopt (als los exemplaar of als onderdeel van een jaarabonnement) of als je toegang hebt tot de online bibliotheek.
Koop editieHeb je het aangekocht of heb je toegang tot de online bibliotheek? Meld je aan om dit artikel te lezen