Verschenen in
Wetenschappen & waarheid
Sinds de breuk tussen wetenschap en religie worden wetenschappen hoog in het vaandel gedragen als een objectief meetinstrument voor het waarnemen van de werkelijkheid. Vooral in de medische wereld wordt niets aangenomen zonder wetenschappelijke bewijzen. Maar hoe objectief is de wetenschappelijke benadering eigenlijk? Staat ze werkelijk boven geloof, overtuigingen, gevoel en intuïtie of wordt ze er meer door bepaald dan de meeste wetenschappers willen toegeven?
Het doel van de wetenschappen is een objectieve meting of vaststelling doen, los van geloof, bijgeloof, vooroordelen en emoties. Maar hoe kan dat bereikt worden als het belangrijkste instrument van de wetenschappen - de wetenschapper, de waarnemer - zelf onderhevig is aan al deze subjectieve factoren? Hoe rotsvast de wetenschapper ook overtuigd is van zijn objectieve werkwijze, er zal altijd een subjectief element in een wetenschappelijk onderzoek sluipen.
Intuïtie is bijvoorbeeld een van de belangrijkste eigenschappen voor het doen van een ontdekking. Een wetenschapper moet op het idee komen om iets te onderzoeken, hij moet de juiste vragen stellen, de juiste methoden gebruiken, enz. Grote wetenschappelijke ontdekkingen en doorbraken zijn niet mogelijk zonder intuïtie en gevoel.
Geloof, overtuiging en ideologie – die als de tegenpool van de wetenschappen beschouwd worden – kunnen niet losgekoppeld worden van wetenschappelijk onderzoek. Een wetenschapper zal nooit iets onderzoeken waar hij op voorhand al geen geloof aan hecht. En als hij het toch doet, zal hij het doen met de intentie om het te weerleggen. Dan is de kans heel groot dat het inderdaad weerlegd zal worden, want hij zal het onderzoek – al dan niet bewust – zodanig opstellen dat datgene waar hij van overtuigd is de uitkomst zal zijn. En als de uitkomst anders is, zal ze in twijfel getrokken worden. Dat is de reden waarom nieuwe ontdekkingen in de wetenschappen vaak gewoon genegeerd worden of tientallen jaren moeten opboksen tegen de gevestigde waarden. Als de meerderheid van de wetenschappers overtuigd is dat het niet mogelijk is, dan zal het niet voor waarheid aangenomen worden.
Wetenschappers zijn ook maar mensen. Hun wereldbeeld wordt net als dat van iedereen bepaald door hun overtuigingen en hun geloof.
Een wetenschappelijke waarheid is gewoon een beeld van de werkelijkheid dat gevormd wordt met de kennis en het inzicht die men op een bepaald moment heeft, gekleurd door overtuigingen, ervaringen en emoties - en beperkt door de begrensde mogelijkheden van de zintuigen en de beschikbare meetapparatuur.
Wetenschappen en waarheid zijn twee verschillende dingen. Helaas is dat het meest duidelijk in de medische wetenschappen. Daar worden de onderzoeksresultaten niet alleen beïnvloed door intuïtie, geloof en overtuiging, maar ook door commerciële belangen. Dat is de échte schaduwkant van de wetenschappen.
In de zoektocht naar de waarheid zijn gezond verstand en ervaring soms betere criteria dan wetenschappelijke ‘bewijzen’.
“Diegenen die iets willen geloven,
hebben geen bewijs nodig.
Voor diegenen die het niet willen geloven,
zal geen enkel bewijs ooit voldoende zijn.”
Je kan dit artikel enkel lezen als je het tijdschrift aankoopt (als los exemplaar of als onderdeel van een jaarabonnement) of als je toegang hebt tot de online bibliotheek.
Koop editieHeb je het aangekocht of heb je toegang tot de online bibliotheek? Meld je aan om dit artikel te lezen