Verschenen in
De opmars van coronavirussen
Waarom onschuldige virussen schadelijk worden
Coronavirussen zijn een groep virussen die oorspronkelijk ‘niet-gekarakteriseerde menselijke ademhalingsvirussen’ genoemd werden. Ze zijn al heel lang in omloop, maar pas in de jaren 1960 werden ze echt geïdentificeerd en kregen ze op basis van hun kransvorm een eigen naam: corona- of kroonvirussen. Ze werden lange tijd gezien als onschuldige verkoudheidsvirussen, tot in 2002 in China een coronavirus gelinkt werd aan ernstige acute luchtweginfectie (SARS) en in 2012 in het Midden-Oosten hetzelfde gebeurde met een ander coronavirus (MERS). Zeven jaar later duikt een nieuwe vorm van het SARS-coronavirus op. In tegenstelling tot de uitbraken van SARS en MERS – waarbij het aantal besmettingen en sterfgevallen relatief beperkt bleef – werden dit keer in heel de wereld miljoenen mensen besmet en kreeg de infectieziekte (COVID-19) de status van een pandemie. Men spreekt ondertussen van een opmars van gevaarlijke, dodelijke corona- en andere virussen. Wetenschappers zoeken uit waarom onschuldige virussen opeens zo’n schadelijke eigenschappen ontwikkelen. Het antwoord op die vraag moet vooral gezocht worden in de omgeving van het virus, namelijk de gastheer – en in de omgeving van die gastheer.
Je kan dit artikel enkel lezen als je het tijdschrift aankoopt (als los exemplaar of als onderdeel van een jaarabonnement) of als je toegang hebt tot de online bibliotheek.
Koop editieHeb je het aangekocht of heb je toegang tot de online bibliotheek? Meld je aan om dit artikel te lezen