Verschenen in
Wanneer de nacht eindigt en de dag aanbreekt…
Een meester vroeg aan zijn leerlingen: “Hoe weet je wanneer de nacht eindigt en de dag aanbreekt?”.
De leerlingen dachten diep na.
“Ik weet het, denk ik, meester”, antwoordde een van hen. “De nacht is voorbij en de dag breekt aan, wanneer je in de verte een huis ziet en het licht genoeg is om te zien of het jouw huis is of dat van je buurman.”
“Ja”, viel een andere leerling bij, “en wanneer je kan zien of een koe in het veld jouw koe is of die van je buurman”.
“De nacht is voorbij en de dag is aangebroken, wanneer je de kleuren van de bloemen in de tuin kan onderscheiden”, zei een derde.
“Nee, nee, nee”, zei de meester hoofdschuddend. “Wanneer je alleen onderscheid, scheiding en verschil ziet, is het nog nacht. Wanneer je in de ogen van je buurman kijkt, of in die van een koe in het veld, of wanneer je een bloem bewondert, en ziet dat jij het bent, dat je naar jezelf kijkt, dan pas is de dag aangebroken.”