Antiretrovirale therapie

Antiretrovirale therapie

Zelf een oorzaak van immunodeficiëntie?

Antiretrovirale therapie bestaat uit medicijnen die de replicatie van het hiv-virus remmen en dus een hiv-infectie onderdrukken. De medicijnen moeten levenslang genomen worden, want zodra men stopt, stijgt de virale belasting heel snel. De medicijnen dwingen het hiv-virus ook om te muteren en van vorm te veranderen, zodat het vrij snel resistent wordt tegen de behandeling. Bovendien hebben antiretrovirale medicijnen verschillende ongewenste effecten op alle lichaamssystemen, inclusief het immuunsysteem, met “bijwerkingen” die de levenskwaliteit sterk aantasten en de kans om vroegtijdig te sterven verhogen. Het onderdrukken van het hiv-virus werkt ook in op processen die nodig zijn voor cellen om zich te kunnen verdedigen, om energie aan te maken, en om te overleven. Antiretrovirale therapie schaadt de gezondheid van alle cellen, veroorzaakt chronische ontsteking en versnelt de veroudering. Het is zelf een oorzaak van een ontregeld immuunsysteem. Zelfs wanneer de hiv-infectie “succesvol” onderdrukt wordt, wordt het lichaam vatbaarder voor andere infectieziekten, hart- en vaatziekten, neurodegeneratie en/of kanker.

Rubriek
Medicijnen