Verschenen in
Botkanker bij honden, de rol van castratie en sterilisatie
Botkanker – vooral osteosarcoom – komt bij honden naar schatting tien tot vijftig keer meer voor dan bij mensen. In de meeste gevallen is het een snelgroeiende kanker, met uitzaaiing naar de longen en een lage overlevingsduur.
De oorzaken en risicofactoren van botkanker bij honden komen heel sterk overeen met die bij mensen. Bij honden is een versterkende factor de snelheid van de groei op jonge leeftijd (vooral bij grotere rassen) en sterilisatie of castratie voordat het skelet uitgegroeid is.
Sterilisatie of castratie heeft een ongunstig effect op de botten en de gewrichten. De geslachtshormonen – vooral oestrogeen – zijn belangrijk voor de groei van botten, voor het herstel van beschadigde botten of microfracturen, en voor het voorkomen van botverlies. Sterilisatie verlaagt de blootstelling van de botten aan oestrogeen, waardoor ze kwetsbaarder worden voor osteoporose en minder goed hersteld worden. Ook bij reuen is oestrogeen belangrijk voor de botten. Castratie verlaagt testosteron en bijgevolg ook het oestrogeen dat eruit aangemaakt wordt.
Er is een tendens om honden op steeds jongere leeftijd te steriliseren of castreren. Vooral teven worden vaak al gesteriliseerd voor of vlak na hun eerste loopsheid. Dat betekent dat hun botten, die nog volop in de groei zijn, niet voldoende oestrogeen meer ter beschikking hebben om zich normaal te ontwikkelen en te herstellen in geval van beschadiging, microschade, kwetsuren, operaties, enz.
Castratie en sterilisatie verhoogt het risico op orthopedische problemen, zoals heupdysplasie (abnormaal gevormde heupen) en een vergrote tibiaplateauhoek (een instabiel kniegewricht, een risicofactor voor gescheurde kruisbanden), vooral wanneer de honden al voor de leeftijd van zes maanden gecastreerd of gesteriliseerd zijn (Hart BL, 2014).
Het verhoogt ook het risico op bepaalde vormen van kanker zoals botkanker (osteosarcoom), lymfeklierkanker (lymfoom), bloedvatkanker (hemangiosarcoom), huidtumoren (mastceltumoren) en prostaatkanker (Belanger JM, 2017; Hart BL, 2014).
Honden die voor de leeftijd van een jaar gecastreerd of gesteriliseerd worden, hebben twee tot vier keer meer kans om botkanker te krijgen. Castratie of sterilisatie voor de leeftijd van zes maanden verhoogt het risico nog meer. Hoe langer honden blootgesteld worden aan geslachtshormonen, hoe lager het risico om botkanker te krijgen (Ru G, 1998; Cooley DM, 2002).
©PlaceboNocebo
Meer lezen?
Botkanker bij mensen en honden wordt uitgebreid besproken in het themanummer over botkanker, PlaceboNocebo 50.
Referenties:
- Belanger JM, Bellumori TP, Bannasch DL, et al. Correlation of neuter status and expression of heritable disorders. Canine Genet Epidemiol. 2017 May 26;4:6. doi: 10.1186/s40575-017-0044-6. PMID: 28560045; PMCID: PMC5445488.
- Cooley DM, Beranek BC, Schlittler DL, et al. Endogenous gonadal hormone exposure and bone sarcoma risk. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev. 2002 Nov;11(11):1434-40. PMID: 12433723.
- Hart BL, Hart LA, Thigpen AP, et al. Long-term health effects of neutering dogs: comparison of Labrador Retrievers with Golden Retrievers. PLoS One. 2014 Jul 14;9(7):e102241. doi: 10.1371/journal.pone.0102241. PMID: 25020045; PMCID: PMC4096726.
- Ru G, Terracini B, Glickman LT. Host related risk factors for canine osteosarcoma. Vet J. 1998 Jul;156(1):31-9. doi: 10.1016/s1090-0233(98)80059-2. PMID: 9691849.