Glutamine en kanker

Glutamine is een enorm belangrijk aminozuur om alle weefsels en organen te verdedigen tegen schadelijke factoren en ziekteverwekkers én om de schade te herstellen. Het is nodig voor de aanmaak van heel veel bouw- en signaalstoffen die alle cellen gezond houden.
Kankerpatiënten hebben vaak een gebrek aan glutamine, door een sterk verhoogd verbruik als gevolg van een gewijzigd metabolisme, maar ook als gevolg van een toxische, weefselbeschadigende behandeling. Een gebrek aan glutamine maakt het lichaam veel gevoeliger voor de schadelijke effecten van chemotherapie en bestraling, ondermijnt het immuunsysteem, verhoogt de vatbaarheid voor infecties, en geeft een slechtere prognose.
Suppletie met glutamine kan de schadelijke effecten van de behandeling beperken en de levenskwaliteit verbeteren, maar omdat kankercellen glutamine kunnen gebruiken om te groeien, zijn de meeste artsen terughoudend met glutaminesuppletie bij mensen met kanker. Er is nooit aangetoond dat suppletie met glutamine tumoren helpt groeien. Integendeel, het kan de immuunrespons tegen kankercellen verhogen en tumorgroei afremmen.
Het dilemma van glutaminesuppletie bij kanker kan ook opgelost worden door de onderliggende oorzaken van zowel een gebrek aan glutamine als een verhoogd verbruik van glutamine door kankercellen aan te pakken. Het werkt op een veel dieper niveau dan glutaminesuppletie en het lost de glutamineparadox op.