Verschenen in
Borstkankergenen kunnen uitgeschakeld worden met voeding en leefstijl
Gezonde cellen ondergaan een levenscyclus die eindigt met geprogrammeerde celdood (apoptose). Kankercellen overleven onder andere door dit proces van zelfvernietiging te verhinderen.
Apigenine, een stof die in veel groenten en fruitsoorten zit - vooral in peterselie, selder en kamillethee - is in staat kankercellen te herprogrammeren tot normale cellen, zodat ze sterven zoals gepland.
Onderzoekers ontdekten onlangs dat apigenine inwerkt op ongeveer 160 proteïnen (hormonen, enzymen, genen, enz.) in het lichaam. Ze vermoeden dat ook andere nutriënten die gelinkt worden met gezondheid - de zogenaamde nutraceuticals - gelijkaardige uiteenlopende effecten hebben. Ter vergelijking: de meeste medicijnen werken in op slechts één enkele molecule.
Apigenine beïnvloedt onder meer de werking van messenger RNA (mRNA). mRNA is een boodschapper die instructies van DNA (de genetische informatie) doorgeeft voor de aanmaak van bepaalde genen. Een fout in de aanmaak van mRNA is de oorzaak van naar schatting 80% van alle kankers. Het stelt kankercellen in staat om te overleven en zich te vermenigvuldigen. Apigenine herstelt deze fout, zodat cellen een normale cyclus doorlopen en sterven zoals geprogrammeerd. Apigeninerijke voeding kan volgens de onderzoekers onze cellen programmeren om een normale cyclus te doorlopen.
Voeding en leefstijl werken rechtstreeks in op onze genen. Het zijn niet onze genen die bepalen of we al dan niet kanker krijgen, maar de manier waarop we die genen behandelen. Genen kunnen namelijk aan- en uitgeschakeld worden door voedingsstoffen. Ook leefstijlfactoren zoals stress en beweging beïnvloeden de activiteit van onze genen.
De laatste tijd is er veel ophef over de zogenaamde borstkankergenen BRCA1 en BRCA2. Het zijn ‘tumorsuppressor’ genen, dat wil zeggen dat ze de vorming van tumoren tegengaan. Als deze genen uitgeschakeld worden of mutaties ondergaan, wordt het ontstaan van kanker niet meer geremd. Mutaties in BRCA1/2 genen verhogen het risico op borstkanker en eierstokkanker aanzienlijk.
Als uit een test blijkt dat je drager bent van een gemuteerde vorm van BRCA1 of BRCA2, wil dat nog niet zeggen dat je gedoemd bent om borstkanker of eierstokkanker te krijgen. Deze genen kunnen namelijk gunstig gemanipuleerd worden door bioactieve stoffen in onze voeding: genisteïne en daidzeïne (soja), curcumine (kurkuma), luteoline (peterselie), apigenine (peterselie, selder, kamille), quercetine (uien, appels, rode wijn, groene thee), resveratrol (druiven), catechines (groene thee) selenium (brazilnoten), vitamine D (zonlicht, vette vis, paddenstoelen), B-vitaminen (peulvruchten, noten, spinazie, broccoli), omega-3 vetzuren (vlaszaadolie, walnoten, vis, waterkers), enz.
Veel eten en overgewicht verhogen het risico op borstkanker bij mensen met mutaties van BRCA1/2, terwijl beweging hun risico aanzienlijk verlaagt.
Met andere woorden: veel groenten en fruit eten, voldoende in de zon lopen, niet te veel eten, de bloedsuikerspiegel laag houden en regelmatig bewegen kan borstkankergenen het zwijgen opleggen. Het is ook geen slecht idee om voedingssupplementen te nemen als extra ondersteuning.
©Hilde Maris
Meer info
Borstkanker wordt uitgebreid besproken in PlaceboNocebo 39.
Referenties
- Arango D, Morohashi K, Doseff AI et al. Molecular basis for the action of a dietary flavonoid revealed by the comprehensive identification of apigenin human targets. Proc Natl Acad Sci U S A. 2013 May 22.
- Nkondjock A, Robidoux A, Paredes Y et al. Diet, lifestyle and BRCA-related breast cancer risk among French-Canadians. Breast Cancer Res Treat. 2006 Aug;98(3):285-94.
- Pijpe A, Manders P, Brohet RM, et al. Physical activity and the risk of breast cancer in BRCA1/2 mutation carriers. Breast Cancer Res Treat. 2010 Feb;120(1):235-44.