Verschenen in
Chemo werkt alleen als kankercellen klaar zijn om af te sterven
Onderzoekers van het Dana-Farber Kanker Instituut hebben vastgesteld dat de meeste kankercellen die door chemo vernietigd worden, al op het punt stonden om af te sterven. Chemotherapie kan in het beste geval het proces van zelfvernietiging versnellen. Ze ontdekten dat chemotherapie niet werkt wanneer het ingezet wordt tegen kankercellen die niet klaar zijn voor apoptose (geprogrammeerde celdood of zelfvernietiging) (Ni Chonghaile T, 2011).
Apoptose van kankercellen wordt gereguleerd door de mitochondriën (de energiecentrales in de cel). Wanneer de celmembraan van mitochondriën beschadigd wordt, lekken toxische stoffen uit de mitochondriën in de cel en wordt de cel vernietigd. Wanneer de mitochondriën in kankercellen beschadigd worden, stimuleert dat apoptose: de kankercellen vernietigen zichzelf. Beschadiging van mitochondriën is daarom een belangrijk doel in de conventionele kankertherapie.
Wetenschappers noemen dit klaar zijn voor apoptose ‘mitochondriale priming’. Tumoren met een hoge mate van mitochondriale priming reageren gunstig op chemotherapie. Tumoren die resistent zijn tegen chemotherapie hebben een lage mate van priming (Ni Chonghaile T, 2011).
Er zijn verschillende meetbare eiwitten (genen) die helpen bepalen of kankercellen al dan niet klaar zijn voor apoptose, zoals de verhouding tussen pro-apoptotische genen (genen die apoptose stimuleren, vb. BAX en BAK) en anti-apoptotische genen (genen die apoptose verhinderen, vb. Bcl-2). Op die manier kunnen oncologen voorspellen wie van hun patiënten de meeste kans heeft om op chemotherapie te reageren.
Mitochondriale priming kan gemanipuleerd worden door medicijnen, zoals BH3 mimetica, medicijnen die anti-apoptotische genen blokkeren. Deze medicijnen zijn volop in ontwikkeling. Het probleem is dat ze heel toxisch zijn voor gezonde cellen en dat kankercellen er ook resistent tegen worden (Lopez J, 2015).
Dit werpt een paar belangrijke vragen op: zouden de kankercellen die goed reageren op chemo ook niet gewoon op een natuurlijke manier afgestorven zijn? En als chemotherapie alleen maar het natuurlijke proces versnelt, is het dan de ernstige bijwerkingen waard? Kan dat natuurlijke proces niet beter ondersteund worden met niet-toxische stoffen?
Er zijn verschillende stoffen die als natuurlijke ‘mitochondriale primers’ werken en apoptose van kankercellen stimuleren, met of zonder chemotherapie. Ze verhogen de activiteit van pro-apoptotische genen en verlagen de activiteit van anti-apoptotische genen in tumoren, maar niet in gezonde cellen. Ze beschermen zelfs de mitochondriën van gezonde cellen. Ze verhogen dus de kans dat chemotherapie werkt en ze verminderen de bijwerkingen.
Natuurlijke mitochondriale primers
- curcumine, quercetine, resveratrol, EGCG, sulforafaan, apigenine, luteoline, berberine
- vitamine A, C, D, E, K
- omega-3
- L-carnitine, alfa-liponzuur
- mariadistel (Silybum marianum), maretak (viscum album)
- honing
©Hilde Maris
Fragment uit het boek Kanker begrijpen. De wijsheid van het lichaam (2016).
Referenties
- Gross A, McDonnell JM, Korsmeyer SJ. BCL-2 family members and the mitochondria in apoptosis. Genes Dev. 1999 Aug 1;13(15):1899-911.
- Lopez J, Tait SW. Mitochondrial apoptosis: killing cancer using the enemy within. Br J Cancer. 2015 Mar 17;112(6):957-62.
- Ni Chonghaile T, Letai A. Mimicking the BH3 domain to kill cancer cells. Oncogene. 2008 Dec;27 Suppl 1:S149-57.
- Ni Chonghaile T, Sarosiek KA, Vo TT, et al. Pretreatment mitochondrial priming correlates with clinical response to cytotoxic chemotherapy. Science. 2011 Nov 25;334(6059):1129-33.