Verschenen in
Stil zijn
Vier leerlingen die zich verdiepten in meditatie en de leer van het zenboeddhisme, en die ook in hun privéleven goede vrienden waren, trokken naar een hutje in de bergen voor een week van stilte.
Tijdens die week zouden ze mediteren, wandelen, lezen, hun dagelijkse rituelen uitoefenen en vooral stil zijn. Ze mochten de hele week geen woord zeggen.
De eerste dag verkenden ze de buurt en mediteerden ze ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds. De hele dag waren ze stil. Toen ze na de avondmeditatie in de kleine leefruimte van de hut zaten te lezen, begonnen de olielampen langzaam uit te doven.
“Kan iemand die lampen bijvullen?”, flapte een van de leerlingen eruit.
De tweede leerling was verontwaardigd omdat de eerste gesproken had.
“We mogen helemaal niet praten”, zei hij.
“Stelletje idioten,” zei de derde, “kunnen jullie nu echt niet langer zwijgen?”
“Ik ben blijkbaar de enige die kan zwijgen”, concludeerde de vierde.